rijkdom en armoede
home info publicaties zoeken

Trefwoord: rijkdom en armoede


Basistekst bij het trefwoord


Status: mogelijks later nog bijwerking     Laatste (geregistreerde) bijwerking: 2024-07-08   




Rijkdom en armoede


Een verhaaltje dat soms door mijn hoofd spookt. Mogelijks is het een restant van een droom.
Ik zit in een lezing. Een zaal vol, met heel veel mensen van standing.
Het thema "rijkdom" komt aan bod. Degene die de lezing durft het aan om te vragen "wie is er rijk?". Ik steek mijn hand op. Blijkbaar ben ik de enige in de zaal.

  • "Mijnheer, als ik het mag vragen: hoeveel geld hebt u dan?"
  • "Geld? Ah, u bedoeld materieel rijk?
    Ik dacht dat u écht rijk bedoelde.
    Nee, geld heb ik niet, ik heb zelfs schulden."

Het wordt even stil in de zaal.
Iemand begint te applaudisseren, één iemand te midden van die ganse zaal.
Bij het verlaten van de zaal zijn er toch een aantal mensen die mij te kennen geven dat ze het kunnen appreciëren, anderen negeren mij.

Hebben en zijn

Er bestaan twee domeinen: het materiële domein, wat het domein van hebben is, en het spirituele domein, het domein van Zijn (1).
Persoonlijk ben ik voorstander om de woorden hebben en zijn in dit verband strikt toe te passen: hebben is materieel, zijn behoort tot het hogere. Het lost het probleem in bovenvermeld verhaaltje op. Dan kan je zeggen: "ik heb rijk" (ik heb veel materiële bezittingen) of "ik ben rijk" (ik ben innerlijk een rijk iemand, zonder hoogmoedig te worden uiteraard).
Terloops: dat "ik heb rijk" niet klinkt, heeft met gewoonte te maken.
Ik besef heel goed dat dit niet haalbaar is. Taalkundig is "ik heb rijk" zelfs niet correct, dit opdat de mens te weinig inzicht heeft om het onderscheid in te zien.

Gelofte van armoede

(De meeste kloosterlingen leggen bij hun kloosterwijding een gelofte van armoede af).
Ook hier een beetje hetzelfde verhaal: te weinig inzicht.
Materiële rijkdom trekt de aandacht op het materiële (2). Hierdoor gaan de gedachten naar het materiële en komt het hogere niet meer aan bod. Dit is échte armoede (van arm zijn, ondanks rijk hebben), men is op dat ogenblik afgesneden van het zijn eigen Zijn.

Jezus heeft gezegd: ... Maar indien gij uzelf niet kent, dan zijt gij in armoede en gijzelf zijt armoede. (3)

Wanneer de volle aandacht gaat naar het materiële, vereenzelvigen * we ons hiermee. Op dat ogenblik zijn wij het contact met ons diepere zelf kwijt en zijn wij armoede.

Een gelofte van armoede lost naar mijn mening weinig of niets op. Het kan hoogstens wat verleiding afnemen voor de mede-kloosterlingen. Verleiding heeft uiteraard ook met begeerte te maken. Of regels daar veel aan helpen betwijfel ik, discipline kan nuttig zijn, maar vooral inzicht is noodzakelijk.

Armoede en rijkdom

Niets is wat het lijkt. Wat rijkdom is in het materiële domein, is armoede in het hogere. Wat armoede in het hogere is, is rijkdom in het materiële. Beiden sluiten elkaar uit, men kan geen twee heren dienen. Met het materiële is niets mis, maar het moet wel zijn plaats kennen, namelijk ondergeschikt aan het hogere. Wannneer dit zo is, dan kan je met het materiële bezig zijn zonder je eigen centrum te verliezen. Dan is er ook geen probleem.

John Lennon

Om af te sluiten een fragment uit "imagine" van John Lennon *.

Imagine no possessions
I wonder if you can
No need for greed or hunger
A brotherhood of man 
Stel je voor geen bezittingen  
Ik vraag me af als je kunt  
Geen behoefte aan hebzucht of honger  
Een broederschap van de mens 








(1) Domeinen (2 of 3): zie "De mens leeft in drie domeinen: het materiële, het psychische en het geestelijke" *.

(2) Dit heeft met begeerte * te maken. Voor wie vrij is van begeerte maakt het niet uit of hij of zij nu materieel arm of rijk is. Echt rijk is hij of zij zeker (precies omdat begeerte overwonnen is).

(3) Uit het evangelie van Thomas * , logion 3. Vertaling: E. van Ruysbeek.







Printvriendelijk